Werkbezoek illustreert bezorgdheid PvdA-Terschelling over verzilting en watercrassula

Door Aukje Schol op 13 februari 2020

 

Dat niet alleen de verzilting een bedreiging voor de biodiversiteit op Terschelling is, maar ook de watercrassula een serieus gevaar voor de eilander natuur inhoudt werd pijnlijk duidelijk tijdens het werkbezoek dat afgelopen vrijdag door de PvdA-Terschelling georganiseerd werd.

 

“We werden het afgelopen jaar door Arie Doeksen gewezen op de terugloop in het aantal vogelbroedparen in de polder. Als een van de oorzaken wees hij de verzilting van de bodem in de polder aan,” vertelt fractielid van PvdA-Terschelling Marika Spanjer: “Daarop hebben we met elkaar een bezoek aan de polder gebracht waar hij een aantal punten heeft toegelicht. Toen zagen we: het is vijf voor twaalf. Er moest iets gebeuren en een werkbezoek is dan de meest logische stap. Laat de mensen die hier iets over te zeggen hebben maar met eigen ogen zien wat er aan de hand is.”

 

PvdA-politici William Moorlag (Tweede Kamer), Douwe Hoogland (gedeputeerde Provinciale Staten), een delegatie van de Statenfractie, de voltallige waterschapsfractie en fractievoorzitter van het Waterschap Henni van Asten luisterden met de raadsleden van PvdA-Terschelling in de Gèskieker in Kinnum naar de uitleg van Arie Doeksen, Freek Zwart en Piet Zumkehr over het verlies aan biodiversiteit en de neergang van het aantal broedparen. Een aantal oorzaken: droge zomers, toename van druk van de ganzen en lichthinder werd genoemd, maar de verzilting blijkt toch de voornaamste oorzaak. “De weilanden zijn eigenlijk zilte graslanden geworden,” zo stelde Zumkehr. Na de theorie volgde een tocht door de polder waar een en ander aanschouwelijk werd gemaakt. Gedeputeerde Hoogland zei hierover na afloop: “Het vasthouden van water in de polder lost waarschijnlijk twee problemen op, het gaat verzilting tegen door de tegendruk en zal wellicht een toename van weidevogels laten zien.” Doeksen wees tijdens de tocht door de polder op het feit dat riet langs de slootkanten vroeger aan één kant, om het jaar, werd verwijderd. Nu blijft het riet aan twee kanten groeien waardoor het land aantrekkelijker wordt voor ganzen en daardoor ongeschikt wordt voor weidebroeders.

 

De tweede helft van het bezoek werd gewijd aan de watercrassula. Remi Hougee en Tamara Bok van Staatsbosbeheer gaven in de Natuurschuur in Lies uitleg over deze snelgroeiende waterplant  die ook wel het “groene beton” wordt genoemd. Waar watercrassula groeit is feitelijk geen andere flora of fauna mogelijk. Dat dit plantje zeer moeilijk te bestrijden is blijkt wel uit het feit dat het, wanneer het op de ene plek uitgebannen is het op een andere plaats zijn lelijke kop weer opsteekt. Er hoeft maar een klein stukje van de plant ergens terecht te komen om weer voor een compleet nieuwe besmetting te zorgen.  Er zijn diverse bestrijdingsmethoden ingezet waarbij het onder zout water zetten van het terrein in eerste instantie veelbelovend leek. Ondanks dat de woekerplant geheel dood leek te zijn, bleek dat enkele overlevende cellen het groeiproces weer opstartten. Slechts machinaal of met de hand weghalen en de planten te begraven in een droog depot met afdekking bleek voor Terschelling de beste, maar ook wel erg dure oplossing te zijn. Na afloop van de theorie werd het gezelschap meegenomen naar Midsland aan Zee waar de watercrassulabestrijding in volle gang is. Henni van Asten van het waterschap prees de diversiteit aan methoden die voor de bestrijding worden ingezet. Op de vraag of we ooit van de watercrassula af zullen komen durfde Hougee voorzichtig positief te antwoorden. “Maar dan moet er nog wel het een en ander gebeuren.” Kamerlid Moorlag gaf aan zich hier graag sterk voor te maken: “Goed dat dit probleem zo helder voor het voetlicht is gebracht. Ik ga hierover in gesprek met de minister van landbouw, Carola Schouten, over de natuur. Ik ga pleiten voor Rijksinzet om de watercrassula te bestrijden.”

 

De leerrijke en vruchtbare dag werd afgesloten met een nabespreking in restaurant Zeezicht.