Schriftelijke vragen

Door Nienke Mier. op 28 september 2024
Er zijn vergaande plannen voor tien woningen op de Sudemieden, aan de rand van Midsland. Op zich goed, want wonen heeft voor ons de allerhoogste prioriteit. Maar dan moeten ze wel kwalitatief goed zijn en in goed overleg met omwonenden, zoals dat past in de nieuwe omgevingswet. Helaas hebben we daar wel onze zorgen over. De communicatie met de omwonenden loopt niet goed en we maken ons grote zorgen over de waterhuishouding. Over 30 jaar moet je daar ook nog prettig kunnen wonen, en geen wateroverlast hebben. Daarnaast maken we ons onder meer zorgen over de beeldkwaliteit, de massaliteit van de bouw en of de ambulance zonder belemmering bij de heli-haven zal kunnen komen. Daarom hebben we de volgende vragen aan het college gesteld. De bijgevoegde foto is van vrijdag 27 september 2024.

                                                                                           

                                    TERSCHELLING

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

Ex. artikel 33 Reglement van orde van de raad 2016

 

Nummer:  2024-35.

 

Datum: 26-09-2024

 

Keuze:

Het college van burgemeester en wethouders:

 

Keuze:

Schriftelijke/mondelinge beantwoording

 

Steller:  A, Schol

 

Onderwerp: Realisatie van sociale huurwoningen locatie Klein Zuidermiede in Midsland

 

 

Aanleiding

Het College van Burgemeester & Wethouders heeft op 9 juli 2024 het stedenbouwkundige model voor de realisatie van sociale huurwoningen locatie Klein Zuidermiede in Midsland vastgesteld. WoonFriesland is de opdrachtnemer. WoonFriesland is voornemens op het perceel 10 eengezinswoningen te bouwen.

De fractie van de PvdA heeft tijdens een werkbezoek gesproken met de direct omwonenden en de locatie bekeken. De omwonenden hebben al meerdere malen kenbaar gemaakt niet tegen woningbouw op deze locatie te zijn, maar heeft wel zorgen over de massaliteit van het aantal woningen, hoogte, waterhuishouding, beeldkwaliteit, plaatsing woningen op de beschikbare kavel ten opzichte van de bestaande bebouwing en het beperkt aantal parkeerplaatsen.

 

Vragen:

 

1. De gemeente Terschelling is opdrachtgever voor de woningbouw op Klein Zuidermiede. WoonFriesland is opdrachtnemer. Op welke wijze heeft de gemeente het opdrachtgeverschap georganiseerd?
2. Welke stedenbouwkundige kaders heeft de gemeente als opdrachtgever vastgesteld en aan WoonFriesland kenbaar gemaakt?
3. Welke kaders heeft de gemeente als opdrachtgever van WoonFrieslandvastgesteld met betrekking tot de beeldkwaliteit?
4. Klopt het dat de bouwhoogte 10 meter zal bedragen? De reguliere bouwhoogte op Terschelling is acht meter, waarom wordt daarvan afgeweken? Wat zijn daarvoor de inhoudelijke argumenten?
5. Is het college bekend met de bezwaren van de direct omwonenden?
6. Zo ja, heeft de verantwoordelijke portefeuillehouder overleg gevoerd met de omwonenden?
7. Zo nee, waarom niet?
8. Als er alleen ambtelijk overleg is geweest, heeft de gemeentelijke projectleider dan voldoende mandaat om onder voorbehoud van instemming door het college afspraken te maken met omwonenden en WoonFriesland?
9. Zo nee, waarom niet?
10. Is het College bekend met de waterproblematiek op de locatie zelf en in de directe omgeving van de te bebouwen locatie?
11. In het collegevoorstel wordt slechts gesproken over onderzoek naar eventuele belemmeringen voor de bouw met betrekking tot de stikstofproblematiek. In hoeverre hebben de aspecten water, ondergrond en bodem onderdeel uitgemaakt van de keuze voor het stedenbouwkundige model?
12. Zo ja, welke keuzes zijn het gevolg?
13. Is het College bekend met het advies van BOOT naar aanleiding van het geohydrologisch onderzoek dat onlangs beschikbaar is gekomen?
14. Heeft het College het advies besproken met WoonFriesland?
15. Is het College bereid het gehele advies integraal over te nemen en de consequenties hiervan serieus te nemen?
16. Kan het College aangeven wat de consequenties zijn van het advies voor het huidige stedenbouwkundige model?
17. Woningbouw is in heel Nederland lastig te realiseren, omdat er veelal sprake is van langdurige juridische procedures. Is het College bereid om nogmaals met de omwonenden aan tafel te gaan om de consequenties van het advies over de waterhuishouding te bespreken?
18. Is het College bereid om de omwonenden tegemoet te komen aan de bezwaren, ook als het voor WoonFriesland niet langer een aantrekkelijke locatie is vanuit het oogpunt van kosten efficiency?
19. Zo nee, waarom niet?
20. Als parkeernorm wordt één auto per huishouden gehanteerd. Is het college bekend met het feit dat op ons eiland meerpersoonshuishoudens in het algemeen over twee of nog meer auto’s beschikken?
21. De aangrenzende Zuidermiedeweg is de doorgaande route naar de helihaven, een letterlijk heel belangrijke levensader voor het eiland. Het ambulancevervoer wordt nu al regelmatig gehinderd op deze route als gevolg van de vele gebruikers. De PvdA vindt het onwenselijk dat deze weg als uitwijkmogelijkheid voor het parkeren wordt gebruikt door de bewoners. Op de te ontwikkelen locatie is er nauwelijks ruimte voor goede parkeermogelijkheden. Op welke wijze wil de gemeente voorkomen dat het ambulancevervoer gehinderd wordt?
22. Momenteel is het plan om 10 eengezinswoningen te bouwen. Deze keuze is gemaakt door WoonFriesland en overgenomen door het College. Als blijkt dat het advies over de waterhuishouding zodanige consequenties heeft dat het voor WoonFriesland niet langer een aantrekkelijke locatie is vanuit kosten efficiency. Is het College dan bereid om een nieuwe invulling te overwegen?
23. Zo nee, waarom niet?
24. Is het college bereid om de omwonenden tegemoet te komen en in gezamenlijkheid de mogelijkheden te onderzoeken om tot een kwalitatief goede invulling van de locatie te komen?
25. Onderschrijft het College de stelling dat door een goede participatie met omwonenden gerechtelijke procedures kunnen worden voorkomen?
26. Is het college het eens met de stelling dat als er niet tegemoet wordt gekomen aan de bewaren die in feite een kwalitatief goede planologische invulling voorstaan, de omwonenden zich genoodzaakt zien om een procedure te starten?
27. Is het college bereid om als het vanuit kosten efficiency voor WoonFrieslandhet niet langer aantrekkelijk is om de locatie te ontwikkelen een andere invulling te overwegen?
28. Zo nee, waarom niet?
29. Onderschrijft het college de stelling dat er een grote behoefte bestaat aan seniorenwoningen om Oost?
30. Is het college het eens met de stelling dat door seniorenwoningen, bijvoorbeeld een Knarrenhof, te bouwen er een doorstroom op de woningmarkt op gang kan worden gebracht, waarmee er goede woningen voor gezinnen beschikbaar komen?
31. En tot slot, komt dit als voorstel naar de raad voor besluitvorming of besluit het college hier alleen over ondanks de complexiteit van het plan?

 

Aukje Schol

Fractie PvdA